Nieuw pensioenstelsel: kansen en bezwaren
Het Nederlandse pensioenstelsel verandert de komend jaren fundamenteel. Veranderingen in het pensioenstelsel zijn nodig om eerder perspectief te bieden op een koopkrachtiger pensioen. Het belangrijkste verschil met het huidige systeem is dat er geen vaste toezegging meer is over de hoogte van de pensioenuitkering.
Zo werkt het nu
In het huidige stelsel doen pensioenfondsen vaak een belofte over de toekomstige pensioenuitkering, meestal een percentage van het loon dat gemiddeld verdiend is tijdens de loopbaan. Door die belofte zijn pensioenfondsen gebonden aan strikte financiële eisen en verplicht buffers aan te houden. De 'dekkingsgraad' geeft aan of een pensioenfonds zoals PNO Media genoeg geld heeft om de toekomstige pensioenen uit te betalen, en over voldoende buffers beschikt. Als de dekkingsgraad tekortschiet, kunnen maatregelen noodzakelijk zijn. Zoals het verhogen van premies, het verlagen van de uitkeringen, of het niet indexeren van pensioenen aan inflatie.
Straks zit minder geld vast in buffers
In het nieuwe pensioenstelsel wordt de dekkingsgraad minder belangrijk. Pensioenfondsen hebben dan ook minder grote financiële buffers nodig. In plaats van 1 collectieve beleggingspot in een pensioenfonds zoals nu, introduceert het nieuwe systeem individuele pensioenvermogens (die nog wel collectief worden belegd). Het beleggingsrisico ligt meer dan nu bij de werknemer die deelneemt (vanaf hier: 'deelnemer') aan de pensioenregeling. De hoogte van de pensioenuitkering wordt vanaf het moment van pensioneren elk jaar bepaald door de hoogte van het opgebouwde pensioenvermogen op dat moment. Het pensioenvermogen (en dus ook de pensioenuitkering) gaat eerder omhoog als het goed gaat met de economie en de rendementen van beleggingen, maar ook eerder omlaag als het slecht gaat. Als u met pensioen gaat, ontvangt u uw leven lang een pensioenuitkering uit uw opgebouwde vermogen. Dit vermogen kan niet ‘opraken’! We zorgen er samen voor dat er altijd pensioen voor u is, hoe oud u ook wordt.
2 regelingen: meer keuze versus minder persoonlijk risico
Er komen 2 varianten pensioenregelingen in het nieuwe pensioenstelsel: de solidaire en de flexibele regeling. De solidaire regeling kent 1 beleggingsbeleid en een solidariteitsreserve voor onvoorziene risico’s zoals beursdalingen. De pensioenuitkering in deze regeling is variabel en kan jaarlijks veranderen afhankelijk van de beleggingsresultaten. In de solidaire regeling worden risico’s collectief gedeeld en is het pensioenresultaat stabieler. Een ander voordeel van deze regeling is dat dankzij meer beleggingsrisico een beter pensioenresultaat mag worden verwacht.
De flexibele regeling geeft deelnemers 2 extra keuzemogelijkheden: zij kunnen kiezen voor een meer offensief of defensief beleggingsprofiel voor hun ingelegde premies. En de pensioenuitkering mag in deze regeling vast en variabel zijn. Bij PNO Media kunnen deelnemers aan de flexibele regeling alleen kiezen voor een variabele uitkering. Deelnemers die een vaste pensioenuitkering willen, hebben de mogelijkheid om die ergens anders dan bij PNO Media in te kopen. Ook in deze variant delen deelnemers risico’s met elkaar via een reserve. De reserve is wel kleiner dan in de solidaire regeling. In de flexibele regeling is dus meer individuele keuze mogelijk, maar draagt de deelnemer meer persoonlijk risico.
Bezwaren van politieke partijen
De wet die de invoering van het nieuwe pensioenstelsel regelt, is 1 juli 2023 ingegaan. Toch blijven bezwaren bestaan vanuit verschillende politieke partijen, voornamelijk rond de inspraak van deelnemers. De NSC, onder leiding van Pieter Omtzigt, stelde voor dat deelnemers van pensioenfondsen moeten kunnen stemmen over de overgang van de al opgebouwde pensioenen naar het nieuwe systeem. De NSC wil dat het oude en nieuwe systeem naast elkaar blijven bestaan, met de mogelijkheid voor deelnemers om te kiezen tussen beide. Tijdens een debat in de Tweede Kamer bleek er geen meerderheid te zijn voor dit alternatief.
Door alle pensioenen over te brengen naar het nieuwe stelsel (‘invaren’ noemen we dat) hebben deelnemers in beginsel ook over hun eerder opgebouwde pensioen sneller perspectief op een koopkrachtig pensioen ten opzichte van niet invaren. Bovendien blijft de solidariteit tussen deelnemers- en leeftijdsgroepen in stand en is de pensioenregeling beter uitvoerbaar.
PNO Media bereidt zich zorgvuldig voor
Kortom, het nieuwe pensioenstelsel introduceert innovatieve veranderingen, maar roept ook vragen op over de toekomst van pensioenen in Nederland, met name over de inspraak van deelnemers. PNO Media bereidt zich samen met vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers zorgvuldig voor op de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel. Zodra de afspraken definitief zijn, laten we u dit weten via deze website en onze e-nieuwsbrief. Volgens de wet moet de overstap uiterlijk 1 januari 2028 geregeld zijn, maar het mag ook eerder. PNO Media wil 1 januari 2027 overstappen.
Via MijnPNO kunt u zich aanmelden voor de maandelijkse e-nieuwsbrief van PNO Media.
Om in te loggen heeft u wel uw DigiD nodig.