Veranderingen 2021
Bouwt u pensioen op en wijzigt uw pensioenregeling? Dan heeft u een brief ontvangen over de veranderingen in de pensioenregeling per 1 januari 2021. Afhankelijk van de pensioenregeling waaraan u deelneemt, kan sprake zijn van de volgende veranderingen:
- een lagere pensioenopbouw;
- een partner- en wezenpensioen op risicobasis in plaats van op opbouwbasis;
- of een combinatie van beide maatregelen voor de komende jaren.
In dit nieuwsbericht leest u hier meer over. De Pensioen 1-2-3 geeft u informatie over de belangrijkste onderdelen van uw pensioenregeling per 1 januari 2021.
Heeft u geen brief ontvangen? Dan is uw pensioenregeling niet gewijzigd. Pensioengerechtigden hebben geen brief ontvangen omdat er voor hen niets is veranderd.
Veelgestelde vragen over veranderingen in de pensioenregeling
Hierna geven we antwoord op de vragen die veel gesteld worden over de veranderingen in de pensioenregelingen.
Als u minder pensioen opbouwt
De pensioenregeling waaraan u deelneemt is een uitkeringsovereenkomst. Elk jaar bouwt u pensioen op over een deel van het bruto loon dat u in dat jaar heeft verdiend. U bouwt niet over uw hele bruto loon pensioen op. PNO Media houdt namelijk rekening met de AOW, die u van de overheid ontvangt als u de AOW-leeftijd bereikt. Het deel van uw loon waarover u geen pensioen opbouwt, heet ‘franchise’. Over het bruto loon minus de franchise bouwt u jaarlijks tussen 1,5% en 1,875% (afhankelijk van uw pensioenregeling) aan ouderdomspensioen op.
Voorbeeld: U verdient € 24.167 per jaar. De franchise in uw pensioenregeling is € 14.167. Volgens uw pensioenregeling bouwt u in dat jaar 1,875% ouderdomspensioen op over de pensioengrondslag van € 10.000. Dat is € 187,50 in dat jaar. Het totale pensioenbedrag dat u zo opbouwt, is een optelsom van alle jaren plus de eventuele indexatie. Vanaf uw pensioendatum ontvangt u dit pensioenbedrag elk jaar zo lang u leeft. We keren het pensioenbedrag uit in 12 maandelijkse termijnen. Als het opbouwpercentage daalt, wordt het pensioen dat u vanaf uw pensioendatum ontvangt dus ook lager.
U bouwt niet over uw hele salaris pensioen op omdat u te zijner tijd ook AOW ontvangt. Het deel van uw salaris waarover u geen pensioen opbouwt, noemen we de franchise.
Uw bruto voltijd jaarsalaris minus de franchise is uw pensioengrondslag.
Dat kunt u zien op uw Pensioen 1-2-3 en op uw uniform pensioenoverzicht. Beide vindt u op MijnPNO. Om in te loggen heeft u uw DigiD nodig.
Als uw partner- en wezenpensioen verandert
Een partner- en wezenpensioen (hierna: nabestaandenpensioen) op risicobasis is vergelijkbaar met een autoverzekering. Het risico is alleen verzekerd zolang er premie wordt betaald. In het geval van het nabestaandenpensioen wordt alleen premie betaald tijdens het dienstverband. Als een werknemer uit dienst gaat of pensioneert, wordt er geen premie meer betaald en is het nabestaandenpensioen niet meer verzekerd. Om in dat geval verzekerd te zijn van een partnerpensioen, moet een deel van het ouderdomspensioen daarvoor uitgeruild worden.
Bij een nabestaandenpensioen op opbouwbasis wordt er jaarlijks een stukje nabestaandenpensioen opgebouwd. Het opgebouwde nabestaandenpensioen blijft na het einde van het dienstverband en bij pensionering behouden. In die situaties blijft het nabestaandenpensioen dus bestaan, en hoeft daar geen deel van het ouderdomspensioen voor te worden uitgeruild.
Als een werknemers tijdens een dienstverband (en dus tijdens de deelname aan de pensioenregeling) overlijdt, dan is het nabestaandenpensioen in beide situaties (opbouw en risicobasis) gelijk. De gevolgen van de omzetting van opbouwbasis naar risicobasis treden alleen op bij beëindiging van het dienstverband en pensionering. In die situaties stopt de risicoverzekering en is er bij overlijden geen nabestaandenpensioen. Werknemers die uit dienst gaan of pensioneren kunnen voorkomen dat nabestaanden financieel onverzorgd achterblijven na hun overlijden. Bij beëindiging van het dienstverband of bij pensionering wordt een deel van hun ouderdomspensioen uitgeruild voor partnerpensioen. Hierdoor blijft er partnerpensioen verzekerd, maar wordt het ouderdomspensioen wel lager. Bij PNO Media vindt deze uitruil standaard plaats bij uitdiensttreding.
Voor deelnemers aan de pensioenregelingen waarin het nabestaandenpensioen vanaf 1 januari 2021 op risicobasis verzekerd is (in plaats van op opbouwbasis), geldt een uitzondering bij werkloosheid. Daarvoor moet u aansluitend op de beëindiging van uw dienstverband recht hebben op een werkloosheidsuitkering. Is dat het geval? Dan houdt u gedurende de periode dat u een WW-uitkering ontvangt, aanspraak op partnerpensioen alsof u in de periode dat u deelnemer was aan de pensioenregeling partnerpensioen heeft opgebouwd. De premie hiervoor wordt bij uw voormalige werkgever in rekening gebracht. U bouwt tijdens de WW-periode geen partnerpensioen op.
Ja. Bij de omzetting van het nabestaandenpensioen op opbouwbasis naar een nabestaandenpensioen op risicobasis blijft het tot dan toe door werknemers opgebouwde nabestaandenpensioen behouden. Ook na uitdiensttreding of pensionering. Dat deel van het nabestaandenpensioen wordt bij overlijden van de oud-werknemer of gepensioneerde werknemer dus in ieder geval uitgekeerd aan de nabestaanden.
Dat kunt u zien op uw uniform pensioenoverzicht. Dit overzicht vindt u op MijnPNO. Om in te loggen heeft u uw DigiD nodig.
Als u vragen heeft over de hogere pensioenpremie
Dat is moeilijk te zeggen. Gemeten over het hele pensioenfonds is sprake van een premiestijging. Maar behalve de rente, zijn ook de samenstelling van het werknemersbestand van een werkgever en de levensverwachting van invloed op de pensioenpremie. Sociale partners (werkgevers en werknemers) gaan over de inhoud van onze pensioenregelingen. Om een (grotere) premiestijging te voorkomen konden zij kiezen voor:
1. een lagere pensioenopbouw;
2. een partner- en wezenpensioen op risicobasis in plaats van op opbouwbasis;
3. of een combinatie van die maatregelen voor de komende jaren.
De keuze voor een wijziging zorgt ervoor dat de premiestijging per pensioenregeling verschilt. Ook op ondernemingsniveau leiden individuele keuzes tot verschillende premieniveaus.
De kostprijs van pensioen is in de afgelopen jaren sterk gestegen. Dit komt onder andere door de rente die heel laag is. Hierdoor moeten we van de wetgever voor toekomstige jaren rekening houden met lagere rendementen. Een verhoging van onze pensioenpremies is daarom helaas niet te voorkomen. Vrijwel alle pensioenfondsen in Nederland hebben hiermee te maken.
Het effect van een hogere premie 2021 vindt u op uw salarisstrookje van januari 2021. U betaalt de premie meestal samen met uw werkgever. Uw werkgever weet welk deel van de pensioenpremie u betaalt en welk deel uw werkgever. De werkgever draagt de op uw salaris ingehouden premie af aan het pensioenfonds.
Dit komt door de huidige economische omstandigheden. We hebben te maken met een extreem lage rente. Daarbij moet PNO Media van de wetgever rekenen met een lager verwacht rendement op onze beleggingen dan nu het geval is. Die twee zaken maken het vrijwel onmogelijk om de huidige pensioenopbouw te blijven bieden tegen de huidige premie.
Overige vragen
Bent u gepensioneerd? Dan voelt u het uitblijven van indexatie (het niet meegroeien van de pensioenen met de stijging van de prijzen) direct in uw portemonnee. Het leven is duurder geworden, maar uw pensioenbedrag is nog steeds hetzelfde als een aantal jaar geleden. Ook de eerstkomende jaren kunnen wij de pensioenen naar verwachting niet verhogen. U leest hierover meer in de brochure 'Hoe zeker is uw pensioen?'.
Ja. Ook voor de eerstkomende jaren blijft er een aanzienlijke kans op een pensioenverlaging. Kijk hier voor meer informatie.
Zoals het er nu naar uitziet, gaat de nieuwe wet per 1 juli 2023 in en moet iedereen uiterlijk 1 januari 2027 overgestapt zijn naar een nieuwe regeling. In de tussentijd, gelden voor pensioenfondsen nog de ‘oude’ afspraken. Daarom moeten niet alleen de pensioenpremies worden verhoogd, maar dreigt dus ook nog steeds een pensioenverlaging.
Het premie- en indexatiebesluit voor 2021 is genomen voordat de overgangsfase naar een nieuw pensioenstelsel ingaat, waarin andere regels gaan gelden. Minister Koolmees van Sociale Zaken werkt aan nieuwe regels voor de periode tot de overgang van het oude naar het nieuwe stelsel.