De effecten van de pensioenverhoging voor verschillende generaties
Het verhogen (indexeren) van de pensioenen is in het belang van alle deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden. Zonder indexatie neemt de koopkracht van het (toekomstige) pensioen van iedereen af.
Het toekennen van indexatie past bij onze ambitie om een waardevast pensioen te bieden.
We kijken ook naar de toekomst
PNO Media streeft ernaar op 1 januari 2027 over te stappen naar het nieuwe pensioenstelsel. Dan zetten we het vermogen van het fonds om, passend bij de regels van het nieuwe pensioenstelsel. Na het omzetten heeft iedereen een persoonlijk pensioenvermogen. Dat omzetten van alle pensioenen willen we doen met voldoende vermogen. Zodat er voldoende geld in kas blijft om tegenvallers op te vangen als het minder goed gaat. En er is ook geld nodig om deelnemers te kunnen compenseren als ze er naar verwachting in hun pensioenopbouw op achteruit zouden gaan in hun nieuwe pensioenregeling.
Soepelere regels voor verhogen
De Wet toekomst pensioenen (Wtp) leidt tot het nieuwe pensioenstelsel. Uiterlijk 1 januari 2028 moeten alle pensioenregelingen in Nederland zijn aangepast aan het nieuwe pensioenstelsel. Zover is het nu nog niet. Toch heeft de wetgever besloten de wettelijke regels voor indexatie tijdelijk te versoepelen. Omdat PNO Media van plan is om per 1 januari 2027 over te stappen naar de regels van het nieuwe pensioenstelsel (invaren), mogen we gebruikmaken van deze tijdelijke regels (op basis van artikel 15c van het Besluit financieel toetsingskader).
Verschil met standaard regels
Zonder deze soepelere regels zouden we de pensioenen maximaal met 1,24% kunnen verhogen. Dat is de maximum indexatie volgens de standaardregels voor het verlenen van indexatie (op basis van toekomstbestendig indexeren, ofwel TBI-indexatie). Met de versoepelde regels kunnen we de pensioenen meer verhogen. Het bestuur heeft besloten om de pensioenen met 1,58% te verhogen. Door het ruimer verhogen van de uitkeringen, betalen we op korte termijn meer geld uit aan pensioengerechtigden. Welke gevolgen dat heeft voor alle generaties lichten we hierna toe.
Effecten op verschillende generaties
Het pensioen van iedereen wordt dankzij de soepelere regels vanaf januari hoger (1,58%) dan het zou zijn onder de standaard regels (1,24%). Uit onze berekeningen is gebleken dat de groep pensioengerechtigden hiervan een klein voordeel heeft omdat zij direct meer geld ontvangen. Voor de (nog niet pensioengerechtigde) deelnemers zou het uitstellen van de pensioenverhoging tot een later moment gunstiger zijn.
Oudste deelnemers profiteren het meest
Om de evenwichtigheid van de pensioenverhoging te beoordelen, gebruiken we de zogeheten netto profijt methode. Netto profijt geeft het verschil weer in de waarde van de betaalde premies en uitkeringen over het resterende leven per generatie. Onderstaande grafieken tonen het effect van de indexatie per 1 januari 2026 van 1,58% ten opzichte van een indexatie met 1,24%.
Ze laten zien dat een verhoging van de pensioenen licht negatief is voor jongere deelnemers (tot en met 61 jaar) en licht positief voor ouderen (vanaf 62 jaar).
Iedereen die nu pensioen opbouwt bij PNO Media noemen we 'deelnemers' (hieronder: actieven).
Iedereen die pensioen ontvangt van ons, noemen we 'pensioengerechtigden'..png?1763388144)
Op basis van de berekening in de volgende grafiek is te zien dat een verhoging van de pensioenen licht positief is voor oudere gewezen deelnemers (vanaf 59 jaar).
Iedereen die geen pensioen meer opbouwt bij ons, noemen we 'gewezen deelnemer' (slaper)..png?1763389454)
Waardoor profiteren jongere deelnemers minder?
Door de pensioenen te verhogen is er minder geld te verdelen op het moment dat we de pensioenen overzetten naar de nieuwe regels. Dat pakt per saldo iets minder gunstig uit voor mensen die nog werken. Zonder toekenning van de indexatie, hoeft PNO Media minder pensioen uit te betalen en blijft dat geld beschikbaar om te beleggen. Op het moment dat we de pensioenen omzetten naar de regels van het nieuwe pensioenstelsel, zou er daardoor meer geld te verdelen zijn.
Besluit om te verhogen is evenwichtig
Het bestuur van PNO Media heeft de netto profijteffecten meegewogen in de besluitvorming. Omdat het verschil in indexatie niet heel groot is, zijn ook de generatie-effecten beperkt. Er zal echter een groep pensioengerechtigden zijn voor wie het rondkomen lastig is, zeker doordat de pensioenen een tijd lang niet geïndexeerd konden worden. Elke euro extra pensioen is voor deze groep dan welkom.
Door de verhoging is er minder geld beschikbaar op het moment van de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel. Het bestuur heeft ook hier goed naar gekeken. Uitgaande van de financiële gezondheid van PNO Media op het moment van het besluit, is er naar verwachting voldoende geld beschikbaar om de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel op 1 januari 2027 soepel te laten verlopen. Dat geldt ook bij de pensioenverhoging van 1,58% per 1 januari 2026.
De uiteindelijke effecten van de pensioenverhoging hangen ook af van toekomstige economische ontwikkelingen.
| 1) Met uitzondering van de pensioenen die inmiddels uit onze administratie zijn afgevoerd, bijvoorbeeld door overlijden, afkoop of een uitgaande waardeoverdracht, en de pensioenkapitalen van de regelingen PNO DC life cycle, PNO Pensioen Op Maat en de PNO Netto Pensioenregeling. Dit pensioen is niet afhankelijk van de dekkingsgraad en wordt niet verhoogd. Andersom verlagen we dit pensioen ook niet als de dekkingsgraad te laag is. Het pensioenkapitaal in deze regelingen stijgt door de ingelegde premie en het beleggingsrendement.. | ||